Nieuwe voorzitter Raad van Toezicht
De bibliotheek is de plek waar je boeken leent, of dvd’s, waar je misschien een krantje leest of de Kunstuitleen of het taalcafé bezoekt. Maar de bibliotheek is ook een stichting, een organisatie die bestaat – en voortbestaat – dankzij bevlogen mensen met hart en oog voor de rol die de bibliotheek speelt in onze samenleving. Twee van die gezichten zijn Pieter van Keulen en Richard de Rijk, de voormalig voorzitter én de nieuwe voorzitter van de Raad van Toezicht van Bibliotheek aan den IJssel. Maar, wat is een Raad van Toezicht eigenlijk, wat doet zij en waarom is ze voor jou en mij belangrijk? Een kijkje in de keuken van dit belangrijke orgaan.
“Een Raad van Toezicht kom je vooral tegen in de non-profitsector,” vertelt Richard de Rijk. “Binnen scholen en stichtingen…” “Zorg en Welzijnsorganisaties”, vult Pieter van Keulen aan. Het is een orgaan dat toezicht houdt op het reilen en zeilen van de bibliotheek. De Raad overziet of vastgelegde afspraken worden nageleefd, stelt onder andere een accountant aan én is een klankbord voor het bestuur. De Rijk: “Een Raad van Toezicht heeft feitelijk niets te zeggen over hoe de bibliotheek wordt bestuurd; de directeur-bestuurder staat aan het roer. De Raad geeft wel advies, vervult een belangrijke rol in het uitgebreide netwerk rondom de bibliotheek én kan uit haar gecombineerde expertise putten op het vlak van financiën, vastgoed, et cetera.” “De Raad bestaat binnen Bibliotheek aan den IJssel uit minimaal drie en maximaal vijf personen en buigt zich over zaken als contractvastlegging, verkoopaktes en huurcontracten.”
Samenspel
“Het komt wel voor dat iemand, omdat je ‘voorzitter’ bent, naar je toe komt met ideeën”, vertelt Van Keulen. “Dat is leuk en soms ook heel verfrissend, al kun je als voorzitter natuurlijk nooit zomaar op een voorstel ingaan. Beslissingen worden gezamenlijk genomen – dat is juist de kracht van de Raad van Toezicht.”
De Rijk: “Of, zoals ik eens meemaakte in mijn tijd bij een andere organisatie, dat er een beslissing is genomen die bij nader inzien niet blijkt te werken, waarna men jou als voorzitter verzoekt om ‘dat even terug te draaien’. Zo werkt dat niet…”
De Raad kan één-op-één samenkomen, wanneer bepaalde expertise nodig is, maar beslissingen worden door de Raad als geheel genomen. De Raad van Toezicht heeft hierbij altijd oog voor de lange termijn en de mogelijke gevolgen van beslissingen.
Rugdekking
“De rugdekking die ik altijd heb ervaren, met de Raad van Toezicht achter me, naast me, dát is zo fijn”, vertelt directeur Conny Reijngoudt. “De Raad is voelbaar betrokken en dat is cruciaal, zeker met de turbulente voorgaande jaren die we hebben doorgemaakt, met bezuinigingen en verbouwingen. Maar we maakten dat samen door, zo voelde dat ook echt.”
In de verkoop van het Stadspleinpand speelde de Raad van Toezicht bijvoorbeeld een belangrijke rol. Zij trad in overleg met de gemeente en voorzag Reijngoudt waar nodig van advies.
“Het feit dat wij bestaan, dat wij er zijn, maakt ook dat zij in heikele kwesties altijd kan teruggrijpen op onze aanwezigheid en op het feit dat zij alvorens zij besluit, de aangelegenheid moet voorleggen aan de Raad van Toezicht. Zo hoeven er geen overhaaste beslissingen te worden genomen én kan ze altijd putten uit de aanwezige expertise.”
“Aan de andere kant kunnen wij als Raad in sommige situaties ook voorstellen om de kwestie uit handen te nemen, als Raad te bekijken, om het daarna weer daar neer te leggen waar het hoort – met gedegen advies.”
Ontwikkeling van de bibliotheek
Beide mannen zijn getuige geweest van ontwikkelingen die de bibliotheek heeft doorgemaakt. Pieter van Keulen bijvoorbeeld, is al vijfentwintig jaar verbonden aan Bibliotheek aan den IJssel. Hij heeft voorgaande directeuren meegemaakt, bezuinigingen en beleid vanuit de gemeente, op het gebied van het wel of niet werken met vrijwilligers bijvoorbeeld. Ook de rol van de bibliotheek heeft hij zien veranderen. “Het is echt een hybride leerorganisatie geworden, een leercentrum.” De Rijk sluit zich hierbij aan. “De bibliotheek is ook echt een cultuurhuis geworden. Een plek waar iedereen welkom is en iets kan komen doen en leren.”
Dat de bibliotheek in Nederland meer vooruitstrevend is dan zij zelf vaak vermoed, bleek wel toen De Rijk een bibliotheek in Nieuw-Zeeland bezocht, waar men vol trots vertelde over het gloednieuwe interieur. Hij grinnikt geamuseerd: “Je was gewoon járen terug in de tijd. Ze zijn zo conservatief daar.” “Maar denk ook eens aan de Bibliotheek op school. De bibliotheek hier gaat echt mee met haar tijd en blijft innoveren.”
Laaggeletterdheid
Voor mensen met een leesbeperking is de bibliotheek zo belangrijk. “En weet dat de doelgroep niet krimpt, maar juist uitzet”, aldus Van Keulen. “Laaggeletterdheid is een serieus probleem en dat neemt alleen maar toe. Circa 18% van de jongeren in ons land kan de ondertiteling op televisie niet lezen. En dat zijn echt niet alleen maar vluchtelingen.” Binnen zijn interimfunctie op onder andere het Zadkine College merkt Pieter van Keulen, die vaak in gesprek is met de jeugd, dat ze geregeld geen idee hebben waarover het gaat wanneer er wezenlijke onderwerpen worden aangesneden. “Dat is armoede.”
Opvallend is tevens dat steeds meer kinderen worden geconfronteerd met gescheiden ouders, niet zelden met serieuze problemen en onrust tot gevolg, die weer voor een overvloed aan prikkels zorgen. Ook de verantwoordelijkheden omtrent leesopvoeding zijn hier dikwijls de dupe van. Richard de Rijk: “Dan leest vader bijvoorbeeld niet voor, wat van de kinderen een – begrijpelijk – ‘ja, maar bij papa hoeft het niet!’ oplevert. Vervolgens geeft moeder er bijna, óf helemaal, ook maar de brui aan. Van Keulen: “Ik zeg altijd: ga gewoon maar eens Jaap en Gerdientje lezen. Dat is van vroeger, maar het is taalkundig grandioos goed. Het is een begin.”
Raad en bestuur
Op de vraag hoe zij als Raad, de samenwerking met directeur Conny Reijngoudt ervaren, geven ze onomwonden antwoord. “Prima”, knikt Van Keulen. “Vanzelfsprekend”, vult Richard aan. De relatie voelt aan beide zijden natuurlijk, lichten ze toe, nooit gedwongen. “Dat is echt een verrijking en het is essentieel voor de samenwerking. Zodra de communicatie onder spanning staat, zou er iets niet goed zitten”, rondt Richard de Rijk af. “Dan moet er iets gebeuren. Gelukkig hebben wij de communicatie altijd als heel open ervaren. Ook binnen de Raad van Toezicht trouwens; er is altijd ruimte voor het delen van persoonlijke zaken.”
“Behandel een ander zoals je zelf ook behandeld wilt worden, dat is eigenlijk de insteek”, vervolgt hij nog. “Nederig, duidelijk en beslist, dat karakteriseert onze Raad wel, denk ik.”
Pieter van Keulen: “Conny is ook heel open, echt een mensenmens. Dat waarderen de mensen die met haar werken ook, zowel wij als de gemeente. Het is een hartelijke omgang en ze is bovendien altijd heel goed voorbereid, dat scheelt zoveel werk en tijd.”
“Ik weet nog dat we haar aan de medewerkers mochten voorstellen als de nieuwe directeur”, vervolgt hij glimlachend. Richard de Rijk knikt direct.
“We waren apetrots. ‘Dat hebben we toch eigenlijk wel goed gedaan!’, ging er door ons heen. En je merkte aan alles dat zij werd gedragen door het team.”
Hoe Conny Reijngoudt directeur werd
“In eerste instantie nam ze tijdelijk het stokje over van Irmgard Reijntjes, die de bibliotheek verliet. Dat ze directeur zou worden en blijvend aan het roer van deze prachtige organisatie zou komen te staan, dat was helemaal de planning niet. Ze was daar ook onzeker over, maar ze was zo leergierig en wat deed ze het goed. Na driekwart jaar kwam het er dan toch van en solliciteerde ze naar de functie van directeur-bestuurder.”
Afstand houden
Voorheen was er binnen de bibliotheek een soort dagelijks bestuur, maar dat was niet het model wat we voor ogen hadden. We komen overigens nog altijd veel samen, zeker in hectische tijden zoals rondom de verbouwing en de verkoop van het Stadspleinpand. “Afstand houden is altijd belangrijk”, zegt de nieuwe voorzitter. “Het vergroot de slagvaardigheid van de organisatie. Als we ons overal mee zouden bemoeien, zouden we iedere keer met de directeur om de tafel zitten, dat zou bijzonder arbeidsintensief zijn. En onnodig. Dit werkt nu al jaren heel erg goed.”
Aan- en aftreden Pieter van Keulen
Pieter van Keulen kwam in de Raad van Toezicht terecht na een training die hij het bibliotheekteam 25 jaar geleden gaf vanuit zijn bedrijf. Toenmalige directeur Anneke Verwijs vroeg hem na die succesvolle training of hij wilde overwegen lid te worden van het bestuur – het was destijds nog geen Raad van Toezicht –, de toenmalige voorzitter zegde op en zo werd Pieter voorzitter. Maar, er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan. “Het is goed zo”, vindt Van Keulen, en zijn opvolger is er klaar voor. Hij was al vice-voorzitter, de twee trokken al veel samen op aangaande kwesties binnen de Raad en voelen elkaar haarfijn aan. Dat Richard de Rijk het stokje zou overnemen was dan ook voor de hele Raad direct helder.
Blik vooruit
Moeilijkheden of uitdagingen voorziet hij niet; Richard de Rijk is er klaar voor. Toch komt hij er nog even op terug: “Als je in een procedure terechtkomt waarin het om de mens draait, dát is wel lastig. Daar heb je slapeloze nachten van. Zo hebben we eens in het belang van de bibliotheek een besluit moeten nemen.”
“Ja, daar lig je wakker van. En het betrof echt een heel goed mens. Dat zijn verschrikkelijk moeilijke dingen waar je als Raad ook mee geconfronteerd kunt worden. En klachten binnen of tegen het bestuur, maar dat heb ik in al die jaren nog nooit meegemaakt”, aldus Van Keulen.
Koffie en soms een koek
“Mensen denken vaak dat leden van een Raad van Toezicht nogal wat verdienen met hun werk. We krijgen en willen er geen cent voor, dat wil ik graag nog even zeggen. Ja, koffie. Soms een koek.”
“We leren er zelf heel veel van!” zegt De Rijk. “Dat is misschien wel de grootste vergoeding. En het wordt je gegund om met je kennis mee te kijken in de keuken van, in dit geval, de bibliotheek. Dat is toch prachtig?”